Pollinex

Would you like to read this information again? Use the following options:

Alles over Pollinex

Powered by: KNMP logo
  • Introductie

    Pollinex
    Pollinex is een desensibilisatie-injectie.

    Een desensibilisatie-injectie is een middel tegen allergie.

    Het wordt gebruikt om allergie te voorkomen, zoals hooikoorts, allergie door insectensteken, langdurig ontstoken neusslijmvlies en ontstoken ogen door allergie.

  • Bijwerkingen

    Behalve het gewenste effect kan dit middel bijwerkingen geven.

    De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

    Regelmatig

    • Hoofdpijn.
    • Pijn op de plaats van injectie.
    • Roodheid, jeuk en zwelling op de plaats van injectie. Dit is een allergische reactie op de ingespoten vloeistof. Is de roodheid en zwelling heel sterk, dan moet de dosering bij de volgende injectie meestal wat lager zijn dan gepland. Onthoud daarom hoe u op de injectie heeft gereageerd en geef dit aan uw arts door als u voor de volgende injectie komt.

    Soms

    • Diverse allergische verschijnselen, zoals u ook van de stof zelf kunt krijgen, zoals loopneus, tranende ogen, huiduitslag, galbulten, benauwdheid en zwellingen in het gezicht. Raadpleeg bij benauwdheid en zwellingen in het gezicht uw arts. Zijn de verschijnselen heel sterk, dan moet de dosering bij de volgende injectie meestal wat lager zijn dan gepland. Onthoud daarom hoe u op de injectie heeft gereageerd en geef dit aan uw arts door als u voor de volgende injectie komt. Heeft u in de week voor de geplande injectie last gehad van een ernstige allergische reactie, koorts of astma-aanval, dan moet u de injectie enkele dagen uitgestellen. Raadpleeg hiervoor uw arts.

    Zelden

    • Vermoeidheid na de injectie. Dit is meestal binnen 12 uur over.
    • Bulten onder de huid op de plaats van injectie. Deze bulten verdwijnen meestal binnen 4 maanden.

    Zeer zelden

    • Eernstige allergie met bewusteloosheid. Dit is de reden dat de injectie bij een arts plaatsvindt en u nog een halfuur na de injectie moet blijven. Mensen met astma hebben meer kans op deze ernstige allergische reactie. Mensen die aandoeningen hebben waardoor een dergelijke allergische aanval ernstige gevolgen kan hebben, mogen dit middel niet gebruiken. Dit kan uw arts voor u beoordelen.
    • Pijn in de rug of in de gewrichten, duizeligheid, blozen, hartkloppingen.

    Raadpleeg uw arts als u te veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen, of als u andere bijwerkingen ervaart waar u zich zorgen over maakt.

  • Gebruik

    De injecties worden door een arts toegediend. Er kunnen allergische reacties optreden. Daarom moet u na de injectie nog een half uur onder controle van de arts blijven.

    Wanneer?
    De start van de behandeling hangt af van welke allergie u heeft. Begin de behandeling na een periode waarin u het meeste last had van de allergie (dus bij een allergie voor boompollen, ná het boompollenseizoen). Bij allergie voor huisstofmijt of insectensteken kunt u meestal in elk seizoen beginnen.

    Hoe lang?
    De kuur duurt meestal 3 tot 5 jaar. De klachten zullen gedurende die jaren steeds minder worden.

    Als u echter na 2 jaar nog altijd geen verbetering merkt, heeft verder gebruik geen zin. U kunt met de behandeling stoppen als u gedurende meer dan 1 jaar geen last meer heeft gehad van uw allergie.

  • Vergeten

    Voor een goed effect is het belangrijk de behandeling gedurende verschillende jaren voort te zetten. Bent u een keer een dosis vergeten, ga dan alsnog naar de arts voor de injectie.

    Als u enkele weken te laat bent, zal de arts de dosering soms weer wat moeten verlagen.

  • Verboden

    autorijden, alcohol drinken en alles eten?
    Bij dit middel zijn hiervoor geen beperkingen.

  • Wisselwerking
    • Gebruikt u een bètablokker (middel gebruikt bij hart- en vaatziekten, migraine en plankenkoorts)? Raadpleeg uw arts. Het gevaar bestaat dat de behandeling tegen een eventuele ernstige allergische reactie met adrenaline door de bètablokker niet aanslaat. Voorbeelden van veel gebruikte bètablokkers zijn: metoprolol, atenolol en propranolol.
    • Gebruikt u een anti-allergiemiddel, zoals loratadine of cetirizine, of een bijnierschorshormoon (corticosteroid)? Stopt u met een van deze middelen? Houd er dan rekening mee dat u heviger op de desensibilisatievloeistof kunt reageren. Meld voorafgaand aan de injectie aan uw arts dat u gestopt bent met het anti-allergiemiddel.

    Meld altijd aan uw arts welke medicijnen u gebruikt, maar ook of u met een van de medicijnen bent gestopt. Dit kan gevolgen hebben voor de behandeling

  • Zwangerschap

    Zwangerschap
    Men raadt af met een behandeling te starten tijdens zwangerschap. Was u al lang met de behandeling begonnen, en heeft u geen last van bijwerkingen, dan kunt u deze behandeling wel voortzetten.

    Borstvoeding
    Over het gebruik van dit middel tijdens borstvoeding zijn geen gegevens bekend. Raadpleeg uw arts.

  • Stoppen

    U kunt op elk moment in één keer met het gebruik van dit middel stoppen. Voor een goed effect is het echter nodig de volledige kuur af te maken. Bij de meeste allergieën duurt een dergelijke kuur 3 tot 5 jaar.

  • Handelsinformatie

    In een desensibilisatie-injectie zit een zeer kleine hoeveelheid van een stof waar mensen allergisch voor kunnen zijn. Bijvoorbeeld boom- of graspollen, huisstofmijt, huidschilfers van katten en honden, of bijen- en wespengif.

    Elke desensibilisatievloeistof bevat andere stoffen. Soms worden ze specifiek voor één individu gemaakt. Voor sommige producten moet de arts een speciaal verzoek (artsenverklaring) indienen bij de fabrikant om het product te leveren.

    Desensibilisatie-injecties zijn sinds 1911 in gebruik. Een kuur bestaat meestal uit een instelkuur en een vervolgkuur.

    Het is op recept verkrijgbaar onder de namen Alk Depot, Alk Specific, Allergovit, Alustal, Alutard, Artuvac, Avanz, Depot-hal FIT, Pharmalgen, Pollinex en Purethal.

    Er zijn ook desensibilisatiedruppels en -tabletten voor onder de tong in de handel. Deze tekst gaat alleen over de injecties.

Laatst gewijzigd op: 30 januari 2012

Herhaalrecept

Gebruikt u Pollinex? Via deze website kunt u een herhaalrecept aanvragen

Gerelateerde videos

Hooikoorts (Allergische rhinitis)

Van allergie is sprake wanneer het lichaam reageert op stoffen die het niet kan verdragen. Die stoffen, zoals bijvoorbeeld stuifmeel van bomen of stofmijten, worden omgevingsantigenen of allergenen genoemd en zijn gewoonlijk niet schadelijk. Maar het immuunsysteem van een allergiepatiënt beschouwt die allergenen wel als schadelijk.

Hooikoorts is ontsteking of irritatie van de slijmvliezen die de neus bekleden. Hooikoorts treedt op wanneer je lichaam zichzelf gaat verdedigen tegen een allergeen (bijvoorbeeld stuifmeel) en antilichamen gaat vormen. Die reactie wordt sensibilisatie genoemd. Vervolgens binden de antilichamen zich aan mestcellen. Deze mestcellen geven chemicaliën af, zoals histamine. Door deze binding verwijden de bloedvaten in de neus zich en raken de slijmvliezen ontstoken, met als gevolg de gangbare allergiesymptomen.

De beste behandeling is het allergeen te vermijden. Wanneer dit niet mogelijk is, kunnen de allergiesymptomen doorgaans met medicijnen worden onderdrukt. Een veel gebruikt medicijn is antihistamine. Dat middel bindt zich aan receptoren, waardoor binding van de histamine wordt geblokkeerd. Andere medicijnen zijn decongestiva (zwellingverminderende middelen), corticosteroïden (bijnierschorshormonen) en immunotherapie (immuniteitsbevorderende middelen). Er bestaat voor hooikoorts geen standaardbehandeling, omdat ieder mens uniek is.

Hooikoorts (Allergische rhinitis)

Van allergie is sprake wanneer het lichaam reageert op stoffen die het niet kan verdragen. Die stoffen, zoals bijvoorbeeld stuifmeel van bomen of stofmijten, worden omgevingsantigenen of allergenen genoemd en…

Van allergie is sprake wanneer het lichaam reageert op stoffen die het niet kan verdragen. Die stoffen, zoals bijvoorbeeld stuifmeel van bomen of stofmijten, worden omgevingsantigenen of allergenen genoemd en zijn gewoonlijk niet schadelijk. Maar het immuunsysteem van een allergiepatiënt beschouwt die allergenen wel als schadelijk.

Hooikoorts is ontsteking of irritatie van de slijmvliezen die de neus bekleden. Hooikoorts treedt op wanneer je lichaam zichzelf gaat verdedigen tegen een allergeen (bijvoorbeeld stuifmeel) en antilichamen gaat vormen. Die reactie wordt sensibilisatie genoemd. Vervolgens binden de antilichamen zich aan mestcellen. Deze mestcellen geven chemicaliën af, zoals histamine. Door deze binding verwijden de bloedvaten in de neus zich en raken de slijmvliezen ontstoken, met als gevolg de gangbare allergiesymptomen.

De beste behandeling is het allergeen te vermijden. Wanneer dit niet mogelijk is, kunnen de allergiesymptomen doorgaans met medicijnen worden onderdrukt. Een veel gebruikt medicijn is antihistamine. Dat middel bindt zich aan receptoren, waardoor binding van de histamine wordt geblokkeerd. Andere medicijnen zijn decongestiva (zwellingverminderende middelen), corticosteroïden (bijnierschorshormonen) en immunotherapie (immuniteitsbevorderende middelen). Er bestaat voor hooikoorts geen standaardbehandeling, omdat ieder mens uniek is.

Bekijk video

Allergie

Van allergie is sprake wanneer het lichaam reageert op stoffen die het niet kan verdragen. Die stoffen, zoals bijvoorbeeld stuifmeel van bomen of stofmijten, worden omgevingsantigenen of allergenen genoemd en…

Van allergie is sprake wanneer het lichaam reageert op stoffen die het niet kan verdragen. Die stoffen, zoals bijvoorbeeld stuifmeel van bomen of stofmijten, worden omgevingsantigenen of allergenen genoemd en zijn gewoonlijk niet schadelijk. Maar het immuunsysteem van een allergiepatiënt beschouwt die allergenen wel als schadelijk.

Als bijvoorbeeld iemand allergisch is voor stuifmeel en aan dit allergeen wordt blootgesteld, reageert het immuunsysteem van het lichaam als volgt:

nadat het lichaam voor het eerst aan het allergeen is blootgesteld, produceren de witte bloedcellen antilichamen, in het bijzonder IgE-antilichamen, die het immuunsysteem voorbereiden op een volgende aanval van hetzelfde allergeen. Bij de eerste blootstelling aan stuifmeel zullen zich geen uitwendige allergische symptomen voordoen, maar inwendig binden de IgE-antilichamen zich aan mestcellen. Dat zijn gespecialiseerde cellen in weefsels die met de buitenwereld in contact staan. Mestcellen zijn te vinden in het ademhalingssysteem, het maag-darmkanaal en de huid.

Bij volgende keren dat iemand wordt blootgesteld aan stuifmeel, bindt dit allergeen zich aan het IgE-antilichaam en scheidt het chemicaliën, zoals histamine, in de mestcellen af. Daardoor ontstaan de allergiesymptomen, zoals een loopneus, waterige ogen en niezen.

Er zijn allerlei allergieën, zoals huid- en voedselallergieën. De vele verschillende allergische reacties kunnen variëren van huiduitslag tot overgeven en diarree.

Bekijk video

Meld bijwerkingen

Een paar minuten van uw tijd kan een leven redden.

Omdat niet alle bijwerkingen bekend zijn op het moment dat een geneesmiddel of een vaccin op de markt wordt gebracht, zijn meldingen uit de praktijk onmisbaar voor een veilig geneesmiddelgebruik.

Lareb verzamelt alle bijwerkingen van geneesmiddelen en vaccins in Nederland. Daardoor valt het snel op als een bijwerking vaak voorkomt. Dit systeem werkt alleen als er zoveel mogelijk bijwerkingen gemeld worden door zorgverleners, apothekers en patiënten.

Uw melding is dus belangrijk om geneesmiddelen nog veiliger te maken!

Meld bijwerkingen