Spironolacton drank FNA

Would you like to read this information again? Use the following options:

Alles over Spironolacton drank FNA

Powered by: KNMP logo
  • Introductie

    De werkzame stof in Spironolacton drank FNA is spironolacton.

    Spironolacton is een kaliumsparend plasmiddel. Het gaat de werking van aldosteron tegen. Aldosteron is een lichaamseigen stof die door de bijnieren wordt gemaakt. Het drijft natrium uit en houdt kalium vast in het lichaam.

    Artsen schrijven spironolacton voor bij bepaalde vormen van hoge bloeddruk, bij hartfalen, oedeem, bronchitis bij jonge kinderen, nierziekten en bij overmatige haargroei.

  • Bijwerkingen

    Behalve het gewenste effect kan dit middel bijwerkingen geven.

    De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

    Soms

    • Bij de man: borstvorming, minder zin in vrijen, impotentie.
      Bij de vrouw: menstruatiestoornissen, pijnlijke borsten, blijvende stemverlaging. Deze bijwerkingen zijn een gevolg van de verstoring van de balans tussen mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen. Als u last heeft van deze bijwerkingen, vraag dan advies aan uw arts. Mogelijk moet de dosering aangepast worden, of is een ander medicijn geschikter voor u.
    • Te veel aan kalium, een bepaalde stof in het bloed. U merkt dit meestal zelf niet op. Een enkele keer kunt u hierdoor last krijgen van lusteloosheid en hartritmestoornissen. Een te hoog kaliumgehalte kan met name ontstaan als uw nieren minder goed werken of als u diabetes mellitus (suikerziekte) heeft, die niet goed onder controle is met dieet of medicijnen. Uw arts zal het kaliumgehalte regelmatig controleren.

    Zelden

    • Duizeligheid en hoofdpijn. Deze bijwerkingen gaan meestal over als uw lichaam aan het medicijn gewend is. Als u na enkele weken nog steeds last hiervan heeft, moet u uw arts raadplegen.
    • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken en diarree. Meestal helpt het als u het medicijn met wat voedsel inneemt. Blijft u er last van houden? Neem dan contact op met uw arts.
    • Tekort aan natrium, een bepaalde stof in het bloed. U merkt dit het eerst aan plotselinge hevige vermoeidheid, sufheid en een verminderde eetlust. Als u last heeft van deze klachten, ga dan naar uw arts. Meestal ontstaat dit natriumtekort tijdens de eerste weken van gebruik. Vrouwen en oudere mensen hebben hier meer kans op. Ook bij diarree of braken is de kans op een tekort aan natrium groter. Uw arts zal daarom vaak in het begin de hoeveelheid natrium in uw bloed controleren. Als u diarree heeft of veel moet braken, neem dan contact op met uw arts.

    Zeer zelden

    • Beschadiging van de maag of darmen. Dit merkt u door bloed bij de ontlasting of een zwarte, teerachtige ontlasting. Stop dan met het gebruik en neem contact op met een arts. Deze dosering komt vaker voor bij gebruik van hoge doseringen of bij gelijktijdig gebruik van andere medicijnen die de maag kunen beschadigen, zoals pijnstillers van het NSAID-type. Bij mensen met een maagzweer zal de arts zo mogelijk een ander middel voorschrijven, of anders een maagbeschermend medicijn toevoegen. Wanneer de klachten blijven of terugkomen, neem dan contact op met uw arts.
    • Als u het syndroom van Sjögren heeft, een aandoening waarbij de slijmvliezen van onder andere ogen en mond droger zijn dan normaal: u kunt meer klachten krijgen. Dit middel vermindert de aanmaak van traanvocht en speeksel. Neem contact op met uw arts als u meer last heeft van oogirritatie of een droge mond. Mogelijk is een ander medcijn geschikter voor u.
    • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag en galbulten. Raadpleeg uw arts bij deze verschijnselen. Geef aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor spironolacton. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het medicijn niet opnieuw krijgt.
    • Een verminderde nierwerking na gebruik gedurende meerdere maanden. Meestal merkt u dit niet zelf op, maar via bloedonderzoek kan dit worden opgemerkt. Uw arts zal de nierfunctie regelmatig controleren.
    • Ontsteking van de van de lever en bloedafwijkingen. Bij plotselinge hevige pijn in bovenbuik, geelzucht, onverklaarbare blauwe plekken, extreme vermoeidheid of keelpijn met koorts en blaren in de keel moet u direct een arts waarschuwen.
    • Huidafwijkingen, zoals bruine vlekken op de huid of roodheid van de huid. Als u hier last van heeft, raadpleeg dan uw arts.
    • Haaruitval. Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

    Raadpleeg uw arts als u te veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen of als u andere bijwerkingen ervaart waar u zich zorgen over maakt.

  • Gebruik

    Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

    Hoe?

    • Tabletten: de tabletten innemen met een beetje water of andere vloeistof.
    • Drank: de drank afmeten met de bijgeleverde maatlepel, doseerspuit of maatbeker.

    Wanneer?
    U kunt het medicijn het best met wat voedsel innemen, u heeft dan de minste kans op maagdarmklachten.

    • Als u het medicijn een keer per dag moet gebruiken: 's ochtends bij het ontbijt.
    • Als u het medicijn twee keer per dag moet gebruiken: 's ochtends bij het ontbijt en 's avonds bij het eten.
    • Als u het medicijn drie keer per dag moet gebruiken: 's ochtends bij het ontbijt, 's middags bij de lunch en 's avonds bij het eten.

    Hoe lang?

    • Hoge bloeddruk: een behandeling voor hoge bloeddruk is meestal langdurig. Als u spironolacton krijgt in combinatie met een ander plasmiddel, moet u meestal beide middelen blijven slikken. Het kan echter zijn dat het kaliumgehalte in uw bloed weer normaal wordt. Dan zal de arts proberen of het ook normaal blijft zonder spironolacton.
    • Hartfalen: een behandeling voor hartfalen is meestal langdurig.
    • Oedeem: hoe lang u dit middel moet gebruiken, hangt af van de oorzaak van het oedeem. Als u spironolacton krijgt in combinatie met een ander plasmiddel, moet u meestal beide middelen blijven slikken. Het kan echter zijn dat het kaliumgehalte in uw bloed weer normaal wordt. Dan zal de arts proberen of het ook normaal blijft zonder spironolacton.
    • Chronische bronchitis bij jonge kinderen: de behandeling duurt meestal enkele weken tot maanden totdat de longen zich hebben hersteld.
    • Nierziekten: de behandeling duurt meestal zo lang de nierziekte duurt. Soms duurt het enkele maanden tot jaren, soms levenslang.
    • Overmatige haargroei: een behandeling duurt meestal zes tot negen maanden. Als de klachten afnemen moet u de dosering geleidelijk verminderen.
  • Vergeten

    Het is belangrijk dit medicijn consequent in te nemen. Mocht u toch een dosis vergeten zijn.

    • Als u dit medicijn één keer per dag gebruikt: ontdekt u het dezelfde dag, dan kunt u de dosis nog inhalen bij de avondmaaltijd. Merkt u het pas later? Sla de dosis dan over.
    • Als u dit medicijn twee keer per dag gebruikt: duurt het nog meer dan vier uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in met wat voedsel. Duurt het nog minder dan vier uur? Sla de vergeten dosis dan over.
    • Als u dit medicijn drie keer per dag gebruikt: duurt het nog meer dan twee uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in met wat voedsel. Duurt het nog minder dan twee uur? Sla de vergeten dosis dan over.
  • Verboden

    autorijden?
    De eerste dagen dat u dit medicijn gebruikt, kunt u wat duizelig zijn. Dit komt doordat uw lichaam zich nog moet instellen op de lagere bloeddruk. Na enkele dagen is dit meestal weer over en is autorijden geen probleem. Indien u duizelig blijft: neem dan geen deel aan het verkeer.

    alcohol drinken?
    Alcohol kan de duizeligheid in het begin van de behandeling versterken. Probeer het drinken van alcohol eerst met mate. U kunt zelf inschatten of u hier veel last van krijgt.

    Als u dit middel gebruikt voor oedeem: overmatig alcoholgebruik kan klachten als benauwdheid en vocht vasthouden verergeren.

    alles eten?
    Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

  • Wisselwerking

    Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

    De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

    • De hart- en vaatmiddelen van de groep ACE-remmers en de groep angiotensine-II-blokkers. Bij combinatie met spironolacton kan het kaliumgehalte te hoog worden. U merkt dit aan lusteloosheid en hartritmestoornissen. U kunt de combinatie veilig gebruiken als bij u regelmatig de hoeveelheid kalium in het bloed wordt gemeten.
    • Kaliumzout. Dit medicijn wordt soms gegeven aan mensen die een extreem lage hoeveelheid kalium in hun bloed hebben. Het zit ook in ‘zeezout` of ‘dieetzout`. De combinatie van de kaliumspaarder spironolacton met kaliumzout kan de hoeveelheid kalium in het bloed te hoog maken. U merkt dit aan lusteloosheid en hartritmestoornissen. U kunt de combinatie veilig gebruiken, als bij u regelmatig de hoeveelheid kalium in het bloed wordt gemeten.
    • De antibiotica co-trimoxazol (trimethoprim/sulfamethoxazol) en trimethoprim. De combinatie kan de hoeveelheid kalium in het bloed te hoog maken. U merkt dit aan een onregelmatige hartslag, gevoelloosheid of vreemd gevoel in de armen of benen, lusteloosheid, verwardheid en zwakte. Raadpleeg bij een of meer van deze verschijnselen uw arts.U kunt de combinatie veilig gebruiken als bij u regelmatig de hoeveelheid kalium in het bloed wordt gemeten.
    • Pijnstillers van het NSAID-type, zoals ibuprofen, naproxen of diclofenac. Deze pijnstillers kunnen het effect van spironolacton verminderen. Gebruik deze pijnstillers daarom alleen als uw arts u dit heeft geadviseerd of het heeft voorgeschreven. Merkt u bij gebruik van deze pijnstillers samen met spironolacton dat uw enkels of voeten dikker worden, of bent u weer sneller kortademig? Neem dan contact op met uw arts. Ook kunnen deze pijnstillers de beschadigende werking van spironolacton op de maag of darmen versterken. Dit merkt u door bloed bij de ontlasting of een zwarte, teerachtige ontlasting. Heeft u hier last van? Stop dan met het gebruik en neem contact op met uw arts.
    • Mitotaan, een medicijn dat de werking van de bijnierschors remt. Spironolacton kan de werking van dit medicijn tegengaan. Overleg hierover met uw arts. Als u toch de combinatie moet gebruiken moet de arts het effect van mitotaan nauwkeurig controleren.
  • Zwangerschap

    Zwangerschap
    Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort zwanger wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Zo mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn.

    Borstvoeding
    Wilt u borstvoeding geven, dan kunt u dit medicijn gebruiken in een lage dosering. Het komt in kleine hoeveelheden in de moedermelk terecht. Dit medicijn wordt echter al jarenlang gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven, zonder nadelige gevolgen voor het kind.

  • Stoppen
    • Hoge bloeddruk en oedeem: u kunt op elk moment in één keer met het gebruik van dit middel stoppen. De bloeddruk kan dan wel weer omhoog gaan en het oedeem kan terugkeren. Stop dus alleen in overleg met uw arts.
    • Ziekte van Conn (hyperaldosteronisme): stop alleen in overleg met uw arts.
    • Hartfalen: stop alleen in overleg met uw arts. De pompfunctie van het hart kan verslechteren indien u dit medicijn stopt.
    • Nierziekten: stop alleen in overleg met uw arts. De nierziekte kan verergeren indien u dit medicijn stopt.
    • Overmatige haargroei: als u dit middel meerdere maanden heeft gebruikt, kunt u niet in één keer stoppen. Uw arts zal de dosering geleidelijk verminderen.
  • Handelsinformatie

    Spironolacton is sinds 1959 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar als het merkloze Spironolacton tabletten en Spironolacton Drank FNA.

Laatst gewijzigd op: 25 januari 2013

Herhaalrecept

Gebruikt u Spironolacton drank FNA? Via deze website kunt u een herhaalrecept aanvragen

Gerelateerde videos

Hoge Bloeddruk (Hypertensie)

Het hart is een zich samentrekkende spier die via een netwerk van slagaderen en aderen zuurstofrijk bloed naar het lichaam pompt. Bij bloeddrukmeting wordt eerst de bloeddruk geregistreerd op het moment waarop het linkerventrikel van het hart zich samentrekt en het bloed in de slagaders wordt gestuwd.

Terwijl het bloed uit het hart stroomt, loopt de druk op de slagaderwanden op. Bloeddruk is de maatstaf van de kracht waarmee het bloed uit het hart wordt gepompt en van de hoeveelheid bloed die wordt doorgepompt. Ook wordt de flexibiliteit en conditie van de slagaderen door de bloeddruk bepaald.

Bij het meten van de bloeddruk worden twee waarden genoteerd. Eerst de systolische waarde (de bovendruk). Deze wordt gemeten tijdens het samentrekken van het linkerventrikel, als de bloeddruk het hoogst is. Ten tweede de diastolische waarde (de onderdruk). Deze meting wordt verkregen wanneer de bloeddruk op het laagste punt is, op het moment dat het hart zich ontspant, tussen twee slagen in.

Bij aflezing van de bloeddruk wordt eerst de systolische druk en daarna de diastolische druk genoemd. Een abnormaal hoge bloeddruk in de slagaderen wordt hypertensie genoemd. We spreken van hypertensie wanneer bij drie afzonderlijke metingen een systolische waarde wordt gevonden die hoger is dan 140 mm kwikdruk (mmHg) en een diastolische waarde hoger dan 90 mmHg.

Hypertensie komt voor bij veel verschillende medische aandoeningen, onder andere bij aderverkalking, congestief hartfalen, beroerte, hartaanval en nierbeschadigingen. Zonder behandeling kan hypertensie het hart en de bloedvaten ernstig beschadigen. Het goede nieuws is dat patiënten met hypertensie hun kwaal over het algemeen onder controle kunnen houden met medicijnen, een dieet en verandering van levensstijl.

Hoge Bloeddruk (Hypertensie)

Het hart is een zich samentrekkende spier die via een netwerk van slagaderen en aderen zuurstofrijk bloed naar het lichaam pompt. Bij bloeddrukmeting wordt eerst de bloeddruk geregistreerd op het…

Het hart is een zich samentrekkende spier die via een netwerk van slagaderen en aderen zuurstofrijk bloed naar het lichaam pompt. Bij bloeddrukmeting wordt eerst de bloeddruk geregistreerd op het moment waarop het linkerventrikel van het hart zich samentrekt en het bloed in de slagaders wordt gestuwd.

Terwijl het bloed uit het hart stroomt, loopt de druk op de slagaderwanden op. Bloeddruk is de maatstaf van de kracht waarmee het bloed uit het hart wordt gepompt en van de hoeveelheid bloed die wordt doorgepompt. Ook wordt de flexibiliteit en conditie van de slagaderen door de bloeddruk bepaald.

Bij het meten van de bloeddruk worden twee waarden genoteerd. Eerst de systolische waarde (de bovendruk). Deze wordt gemeten tijdens het samentrekken van het linkerventrikel, als de bloeddruk het hoogst is. Ten tweede de diastolische waarde (de onderdruk). Deze meting wordt verkregen wanneer de bloeddruk op het laagste punt is, op het moment dat het hart zich ontspant, tussen twee slagen in.

Bij aflezing van de bloeddruk wordt eerst de systolische druk en daarna de diastolische druk genoemd. Een abnormaal hoge bloeddruk in de slagaderen wordt hypertensie genoemd. We spreken van hypertensie wanneer bij drie afzonderlijke metingen een systolische waarde wordt gevonden die hoger is dan 140 mm kwikdruk (mmHg) en een diastolische waarde hoger dan 90 mmHg.

Hypertensie komt voor bij veel verschillende medische aandoeningen, onder andere bij aderverkalking, congestief hartfalen, beroerte, hartaanval en nierbeschadigingen. Zonder behandeling kan hypertensie het hart en de bloedvaten ernstig beschadigen. Het goede nieuws is dat patiënten met hypertensie hun kwaal over het algemeen onder controle kunnen houden met medicijnen, een dieet en verandering van levensstijl.

Bekijk video

COPD

Bij normale ademhaling gaat er lucht via de neus en de luchtpijp naar steeds kleiner wordende luchtwegen, de bronchiën. De bronchiën vertakken zich tot bronchioli en uiteindelijk tot kleine trosjes…

Bij normale ademhaling gaat er lucht via de neus en de luchtpijp naar steeds kleiner wordende luchtwegen, de bronchiën. De bronchiën vertakken zich tot bronchioli en uiteindelijk tot kleine trosjes dunne, tere zakjes, de longblaasjes (medische benaming: alveoli).

COPD (chronische obstructieve longziekte) valt onder de categorie ziekten waardoor de luchtdoorstroming wordt geblokkeerd en waarbij zich ademhalingsproblemen voordoen. Emfyseem is een ziekte die de longblaasjes en de longblaaskanaaltjes vernietigt. Wanneer de longen hun elasticiteit verliezen, scheuren de longblaasjes en ontstaan er grote luchtholten. Deze holten verkleinen de oppervlakte die ons lichaam nodig heeft om zuurstof op te nemen en koolstofdioxide af te geven.

Bronchitis is een ontsteking van de bekleding van de bronchiën. Chronische bronchitis is het gevolg van hardnekkige ontstekingen van deze luchtwegen. Er wordt voortdurend slijm geproduceerd en op den duur wordt de bekleding van de bronchiën dikker. Dit belemmert de uitstroom van lucht tijdens de ademhaling.

COPD wordt veroorzaakt door: 1) tabak, 2) astma, 3) blootstelling aan luchtverontreiniging thuis en op het werk, 4) erfelijke factoren en 5) infecties van de luchtwegen.

Bekijk video

Meld bijwerkingen

Een paar minuten van uw tijd kan een leven redden.

Omdat niet alle bijwerkingen bekend zijn op het moment dat een geneesmiddel of een vaccin op de markt wordt gebracht, zijn meldingen uit de praktijk onmisbaar voor een veilig geneesmiddelgebruik.

Lareb verzamelt alle bijwerkingen van geneesmiddelen en vaccins in Nederland. Daardoor valt het snel op als een bijwerking vaak voorkomt. Dit systeem werkt alleen als er zoveel mogelijk bijwerkingen gemeld worden door zorgverleners, apothekers en patiënten.

Uw melding is dus belangrijk om geneesmiddelen nog veiliger te maken!

Meld bijwerkingen