Triamtereen/Epitizide

Would you like to read this information again? Use the following options:

Alles over Triamtereen/Epitizide

Powered by: KNMP logo
  • Introductie

    Triamtereen/Epitizide
    De werkzame stoffen in Triamtereen/Epitizide zijn triamtereen en epitizide.

    Epitizide behoort tot de thiazide-plasmiddelen. Het voert overtollig vocht af en verlaagt de bloeddruk. Triamtereen is een kaliumsparend plasmiddel. Het voorkomt kaliumtekort door het gebruik van epitizide en versterkt enigszins het vochtafdrijvend effect.

    Artsen schrijven de combinatie voor bij hoge bloeddruk, hartfalen en oedeem.

  • Bijwerkingen

    Behalve het gewenste effect kan dit middel bijwerkingen geven.

    De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

    Zelden

    • De eerste dagen van de behandeling: duizeligheid, vooral bij het opstaan uit bed of uit een stoel. Dit gaat over het algemeen over als uw lichaam zich heeft ingesteld op de lagere bloeddruk (binnen enkele dagen tot weken). Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt het best dan even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen.

    Zeer zelden

    • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken en diarree. Meestal helpt het als u dit medicijn met wat voedsel inneemt. Blijft u er ook na enige dagen last van houden? Neem dan contact op met uw arts.
    • Tekort aan natrium, een bepaalde stof in het bloed. U merkt dit het eerst aan plotselinge hevige vermoeidheid, sufheid en een verminderde eetlust. Als u last heeft van deze klachten, ga dan naar uw arts. Meestal ontstaat dit natriumtekort tijdens de eerste weken van het gebruik. Vrouwen en oudere mensen hebben hier meer kans op. Ook bij diarree en braken is de kans op een tekort aan natrium groter. Uw arts zal daarom vaak in het begin de hoeveelheid natrium in uw bloed controleren. Als u diarree heeft of veel moet braken, neem dan contact op met uw arts.
    • Hoofdpijn, vermoeidheid, spierkrampen, droge mond. Deze bijwerkingen gaan meestal over als uw lichaam aan het medicijn gewend is. Als u na enkele weken nog steeds last hiervan heeft, raadpleeg dan uw arts.
    • Als u het syndroom van Sjögren heeft, een aandoening waarbij de slijmvliezen van onder andere ogen en mond droger zijn dan normaal: u kunt meer klachten krijgen. Dit middel vermindert de aanmaak van traanvocht en speeksel. Neem contact op met uw arts als u meer last heeft van oogirritatie of een droge mond. Mogelijk is een ander medcijn geschikter voor u.
    • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag en galbulten. In zeldzame gevallen ontstaat er koorts, benauwdheid, flauwvallen of een ernstige huidafwijking. Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts. Geef aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor dit medicijn. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het middel niet opnieuw krijgt.
    • Impotentie. Dit komt door de lagere bloeddruk. Als u last heeft van deze bijwerking, vraag dan advies aan uw arts. Mogelijk moet de dosering aangepast worden, of is een ander middel geschikter voor u.
    • Als u aanleg voor jicht heeft: u kunt eerder last krijgen van een jichtaanval. Dit komt omdat deze plasmiddelen het urinezuurgehalte in het bloed laten stijgen. Het urinezuur vormt kristallen in sommige gewrichten, waardoor het gewricht gaat ontsteken en een jichtaanval ontstaat.
    • Als u diabetes mellitus heeft: u kunt een hoger bloedglucose krijgen door dit medicijn. Controleer daarom vaker uw bloedglucose.
    • Dit medicijn kan de huid gevoeliger maken voor UV-licht (zon, zonnebank, UV-lamp). Blootstelling aan zonlicht, zelfs voor korte perioden, kan huiduitslag, jeuk, roodheid of andere verkleuring van de huid of ernstige verbranding door de zon geven. Begint u net met dit medicijn? Blijf dan uit direct zonlicht, met name tussen 10.00 en 15.00 uur, draag beschermende kleding, waaronder hoed en zonnebril, smeer een zonnebrandmiddel met een hoge beschermingsfactor en ga niet onder de zonnebank. Als u een ernstige reactie op de zon krijgt, stop dan het gebruik en neem contact op met uw arts.
    • Een verminderde nierwerking na gebruik gedurende meerdere maanden. Meestal merkt u dit niet zelf op, maar via bloedonderzoek kan dit worden vastgesteld. Uw arts zal de nierwerking regelmatig controleren.
    • Nierstenen. Raadpleeg uw arts bij hevige pijn in de zij, rug of buik (nierkoliek).
    • Ontsteking van de alvleesklier, leveraandoening of bloedafwijkingen. Bij plotselinge hevige pijn in bovenbuik, geelzucht, onverklaarbare blauwe plekken, extreme vermoeidheid of keelpijn met koorts en blaren in de keel moet u direct een arts waarschuwen.
    • De urine kan lichtblauw verkleuren, dit is verder onschuldig.

    Raadpleeg uw arts als u te veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen of als u andere bijwerkingen ervaart waar u zich zorgen over maakt.

  • Gebruik

    Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

    Wanneer?
    U kunt het medicijn het best 's ochtends na het ontbijt innemen. U heeft er dan het minst last van dat u misschien vaker moet plassen. Als u het medicijn twee keer per dag moet gebruiken: 's ochtends na het ontbijt en niet later dan vier uur 's middags, anders heeft u kans dat u 's nachts uit bed moet om te plassen.

    Hoe lang?

    • Hoge bloeddruk. Een behandeling voor hoge bloeddruk is meestal langdurig. Als dit medicijn goed bij u werkt, moet u dit medicijn waarschijnlijk uw leven lang gebruiken.
    • Oedeem. Hoe lang u dit middel moet gebruiken, hangt af van de oorzaak van het oedeem.
    • Hartfalen. Als u een verminderde hartwerking heeft (hartfalen) moet u het waarschijnlijk langdurig gebruiken.
  • Vergeten

    Het is belangrijk dit medicijn consequent in te nemen. Mocht u toch een dosis vergeten zijn:

    • Als u dit medicijn één keer per dag gebruikt: ontdekt u het dezelfde dag, dan kunt u de dosis nog inhalen tot vier uur 's middags. Is het later dan vier uur? Sla de dosis dan over. Bij een latere inname dan vier uur 's middags loopt u kans om 's nachts uit bed te moeten om te plassen.
    • Als u dit medicijn twee keer per dag gebruikt: duurt het nog meer dan vier uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in. Duurt het nog minder dan vier uur? Sla de vergeten dosis dan over.
  • Verboden

    autorijden?
    De eerste dagen dat u dit medicijn gebruikt, kunt u wat duizelig zijn. Dit komt doordat uw lichaam zich nog moet instellen op de lagere bloeddruk. Na enkele dagen is dat meestal weer over en is autorijden geen probleem. Indien u duizelig blijft, neem dan geen deel aan het verkeer.

    alcohol drinken?
    Alcohol kan de duizeligheid in het begin van de behandeling versterken. Probeer het drinken van alcohol eerst met mate uit. U kunt dan zelf inschatten of u hier veel last van krijgt. Als u dit middel gebruikt voor oedeem: overmatig alcoholgebruik kan klachten als benauwdheid en vocht vasthouden verergeren. In het algemeen is enkele keren per week een glas wijn geen probleem.

    alles eten?
    Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

  • Wisselwerking

    Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

    De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

    • De hart- en vaatmiddelen van de groep ACE-remmers en de groep Angiotensine-II-blokkers. Epitizide versterkt de werking van deze medicijnen. Dit geldt alleen als u al epitizide met triamtereen gebruikt en u krijgt daar nu een ACE-remmer of angiotensine-II-blokker bij. Vooral in het begin van de behandeling kunt u dan last krijgen van erge duizeligheid. U kunt hier iets tegen doen door het medicijn in te nemen voor het naar bed gaan. Als u ligt voelt u de duizeligheid minder. Soms raadt de arts aan om het plasmiddel twee of drie dagen te laten staan voordat u met de ACE-remmer begint. U heeft dan minder last van duizeligheid. Na twee of drie dagen gebruik van de ACE-remmer kunt u dan zonder problemen het plasmiddel weer gebruiken, als dat nodig is. Ook kan uw arts u aanraden de eerste dagen met een lage dosis ACE-remmer te beginnen en die naar een paar dagen te verhogen.
    • Pijnstillers van het NSAID-type, zoals ibuprofen, naproxen of diclofenac. Deze pijnstillers kunnen het effect van dit medicijn verminderen. Gebruik deze pijnstillers daarom alleen als uw arts dit heeft geadviseerd of het heeft voorgeschreven. Merkt u bij gebruik van deze pijnstillers samen met dit medicijn dat uw enkels of voeten dikker worden, of bent u weer sneller kortademig? Neem dan contact op met uw arts.
    • Lithium, een medicijn tegen manische depressiviteit. Plasmiddelen kunnen de bijwerkingen van lithium versterken, zoals maagdarmklachten, trillen, spierzwakte, spiertrekkingen, duizeligheid, slaperigheid, sufheid, verwardheid, verminderde concentratie, moeite met lopen en spreken, en epileptische aanvallen. Waarschuw meteen uw arts als u last krijgt van één van deze bijwerkingen. Uw arts moet het lithiumgehalte in het bloed regelmatig laten meten en de dosering eventueel aanpassen.
    • Andere bloeddrukverlagende medicijnen. De bloeddruk kan te laag worden als u dit medicijn samen met andere bloeddrukverlagers gaat gebruiken. Uw arts houdt hier rekening mee en zal in het begin een lagere dosering voorschrijven. Al naar gelang het effect zal de arts de dosering geleidelijk verhogen.
    • Medicijnen tegen epilepsie: carbamazepine, oxcarbazepine en de medicijnen tegen depressie citalopram, escitalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine, sertraline en venlafaxine. Als u een van deze medicijnen samen met triamtereen/epitizide gebruikt, heeft u de eerste weken een verhoogde kans op een tekort aan natrium in het bloed. U merkt dat soms aan plotselinge hevige vermoeidheid, sufheid en verminderde eetlust. Waarschuw dan meteen uw arts.

    Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

  • Zwangerschap

    Zwangerschap
    Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort zwanger wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Waarschijnlijk kunnen bij de baby kaliumtekort, geelzucht of bloedafwijkingen ontstaan.

    Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Zo mogelijk kunt u (tijdelijk) met dit medicijn stoppen of overstappen op een ander veilig medicijn.

    Borstvoeding
    Gebruik dit middel NIET als u borstvoeding geeft, of stop de borstvoeding. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk is voor de baby. Wel is bekend dat de hoeveelheid moedermelk door dit medicijn afneemt.

    Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

  • Stoppen

    U kunt op elk moment in één keer met het gebruik van dit medicijn stoppen. De bloeddruk kan dan wel weer omhoog gaan en het oedeem kan terugkeren. Stop dus alleen in overleg met uw arts.

  • Handelsinformatie

    Triamtereen en epitizide zijn sinds 1962 internationaal op de markt. Deze combinatie is op recept verkrijgbaar als het merkloze Triamtereen/Epitizide in capsules.

Laatst gewijzigd op: 10 februari 2012

Herhaalrecept

Gebruikt u Triamtereen/Epitizide? Via deze website kunt u een herhaalrecept aanvragen

Gerelateerde videos

Hoge Bloeddruk (Hypertensie)

Het hart is een zich samentrekkende spier die via een netwerk van slagaderen en aderen zuurstofrijk bloed naar het lichaam pompt. Bij bloeddrukmeting wordt eerst de bloeddruk geregistreerd op het moment waarop het linkerventrikel van het hart zich samentrekt en het bloed in de slagaders wordt gestuwd.

Terwijl het bloed uit het hart stroomt, loopt de druk op de slagaderwanden op. Bloeddruk is de maatstaf van de kracht waarmee het bloed uit het hart wordt gepompt en van de hoeveelheid bloed die wordt doorgepompt. Ook wordt de flexibiliteit en conditie van de slagaderen door de bloeddruk bepaald.

Bij het meten van de bloeddruk worden twee waarden genoteerd. Eerst de systolische waarde (de bovendruk). Deze wordt gemeten tijdens het samentrekken van het linkerventrikel, als de bloeddruk het hoogst is. Ten tweede de diastolische waarde (de onderdruk). Deze meting wordt verkregen wanneer de bloeddruk op het laagste punt is, op het moment dat het hart zich ontspant, tussen twee slagen in.

Bij aflezing van de bloeddruk wordt eerst de systolische druk en daarna de diastolische druk genoemd. Een abnormaal hoge bloeddruk in de slagaderen wordt hypertensie genoemd. We spreken van hypertensie wanneer bij drie afzonderlijke metingen een systolische waarde wordt gevonden die hoger is dan 140 mm kwikdruk (mmHg) en een diastolische waarde hoger dan 90 mmHg.

Hypertensie komt voor bij veel verschillende medische aandoeningen, onder andere bij aderverkalking, congestief hartfalen, beroerte, hartaanval en nierbeschadigingen. Zonder behandeling kan hypertensie het hart en de bloedvaten ernstig beschadigen. Het goede nieuws is dat patiënten met hypertensie hun kwaal over het algemeen onder controle kunnen houden met medicijnen, een dieet en verandering van levensstijl.

Hoge Bloeddruk (Hypertensie)

Het hart is een zich samentrekkende spier die via een netwerk van slagaderen en aderen zuurstofrijk bloed naar het lichaam pompt. Bij bloeddrukmeting wordt eerst de bloeddruk geregistreerd op het…

Het hart is een zich samentrekkende spier die via een netwerk van slagaderen en aderen zuurstofrijk bloed naar het lichaam pompt. Bij bloeddrukmeting wordt eerst de bloeddruk geregistreerd op het moment waarop het linkerventrikel van het hart zich samentrekt en het bloed in de slagaders wordt gestuwd.

Terwijl het bloed uit het hart stroomt, loopt de druk op de slagaderwanden op. Bloeddruk is de maatstaf van de kracht waarmee het bloed uit het hart wordt gepompt en van de hoeveelheid bloed die wordt doorgepompt. Ook wordt de flexibiliteit en conditie van de slagaderen door de bloeddruk bepaald.

Bij het meten van de bloeddruk worden twee waarden genoteerd. Eerst de systolische waarde (de bovendruk). Deze wordt gemeten tijdens het samentrekken van het linkerventrikel, als de bloeddruk het hoogst is. Ten tweede de diastolische waarde (de onderdruk). Deze meting wordt verkregen wanneer de bloeddruk op het laagste punt is, op het moment dat het hart zich ontspant, tussen twee slagen in.

Bij aflezing van de bloeddruk wordt eerst de systolische druk en daarna de diastolische druk genoemd. Een abnormaal hoge bloeddruk in de slagaderen wordt hypertensie genoemd. We spreken van hypertensie wanneer bij drie afzonderlijke metingen een systolische waarde wordt gevonden die hoger is dan 140 mm kwikdruk (mmHg) en een diastolische waarde hoger dan 90 mmHg.

Hypertensie komt voor bij veel verschillende medische aandoeningen, onder andere bij aderverkalking, congestief hartfalen, beroerte, hartaanval en nierbeschadigingen. Zonder behandeling kan hypertensie het hart en de bloedvaten ernstig beschadigen. Het goede nieuws is dat patiënten met hypertensie hun kwaal over het algemeen onder controle kunnen houden met medicijnen, een dieet en verandering van levensstijl.

Bekijk video

Meld bijwerkingen

Een paar minuten van uw tijd kan een leven redden.

Omdat niet alle bijwerkingen bekend zijn op het moment dat een geneesmiddel of een vaccin op de markt wordt gebracht, zijn meldingen uit de praktijk onmisbaar voor een veilig geneesmiddelgebruik.

Lareb verzamelt alle bijwerkingen van geneesmiddelen en vaccins in Nederland. Daardoor valt het snel op als een bijwerking vaak voorkomt. Dit systeem werkt alleen als er zoveel mogelijk bijwerkingen gemeld worden door zorgverleners, apothekers en patiënten.

Uw melding is dus belangrijk om geneesmiddelen nog veiliger te maken!

Meld bijwerkingen